Vogelvrij
Wat een leventje hebben trekvogels toch! In het voorjaar hier wat deuntjes komen zingen, jonkies grootbrengen en dan weer lekker naar het zuiden. Altijd daar waar de temperatuur het aangenaamst en het voedsel het smakelijkst is. Echte vrije vogels, de halve aarde binnen vleugelbereik. Sommige pendelen zelfs tussen de polen, in hun leven schijnt de zon bijna permanent. Een eitje, dat vogelleven! De grutto, onze Nationale Vogel, hangt het grootste deel van het jaar in Afrika rond en komt hier alleen om te broeden. Een maandje of vier in het land en toch Nationale Vogel, een titel waar onze Hollandse merels of huismussen naar kunnen fluiten! Elitaire kosmopolieten, die grutto’s!
Was het maar zo zonnig. Dat retourtje Nederland is niet gratis. Allereerst moeten grutto’s de eindeloze Sahara zien te passeren. Eén zandstormpje en het is voorbij. Redden ze het, dan wacht hen de Middellandse Zee. Langs het hele traject wordt er op ze geschoten en worden valstrikken geplaatst, vooral in Zuid-Europa lusten ze wel een gruttoboutje. Op de terugreis hetzelfde verhaal.
Eenmaal in Nederland is dát gevaar geweken. Om de verliezen te compenseren moeten er nieuwe gruttootjes komen, maar op de ooit zo sappige weiden in ‘eigen land’ waar ze zich zo lekker konden voortplanten, is bijna al het ‘overbodige’ leven -bloemen, insecten, wormen etc.- weggezuiverd. En daar moesten ze het nou juist van hebben! Veel gruttostellen komen hier elke lente braaf baltsen, een territorium claimen en broeden, maar brengen in hun hele leven niet één nakomeling groot. Door voedselgebrek of omdat de kuikens nog te klein zijn om te vluchten als de maaimachines komen. En dat terwijl Nederland zo belangrijk voor grutto’s is. Niet omdat wij ze tot Nationale Vogel hebben verkozen, maar omdat zo’n 90% van de West-Europese populatie hier broedt.
Sinds 1960 is het aantal van die Nationale Vogel met 70% afgenomen. In recordtijd van doodgewone verschijning naar zeldzaamheid op een platteland dat in het voorjaar steeds meer een reusachtig stiltegebied is. Gelukkig proberen boeren hier en daar de balans tussen productie en natuur te herstellen, door bloem- en daardoor insectenrijk gras te zaaien en kuikenvriendelijk te maaien. Zulke gebiedjes zijn nu belangrijke schakels in het voortbestaan van de grutto en andere weidevogels, al zijn ze meestal te klein om de vogels echt te redden. In die polders is het voorjaar nog kleurrijk en vol hemelse herrie. Vrije vogels zijn bijna overal vogelvrij. Alleen op dit soort plekken wordt ze wat ruimte gegund. Als ik grutto was zou ik er het hele jaar maar blijven.